Veilige montage met veiligheidskabels:

mobiele verlichtings-, beeld- en geluidsapparatuur moet door twee onafhankelijke apparaten stevig op zijn plaats worden gehouden. De typische mobiele, hangende of vaste apparaten in de evenementen- en productietechniek zijn floodlights, effectentoestellen, luidsprekers, draagconstructies en trussen, montagebeugels, spiegelbollen, monitoren, projectieapparatuur en meer. In de hier beschreven gevallen bestaat een veiligheidselement (tweede onafhankelijke veiligheidselement) uit een staalkabel, een kabeluiteindeverbinding en een verbindingselement. De afmetingen van de elementen zijn gebaseerd op de dynamische krachten die optreden wanneer de elementen een belasting opvangen. Veiligheidskabels bestaan uit een staalkabel conform DIN 3060 (rondstrengkabel, 6 x 19 standaard, met vezelkern), met een nominale kabelsterkte van 1770 N/mm2. Snelle schakels, kettingschakels, schroefhaken of sluitingen kunnen altijd worden gebruikt als schakels in veiligheidskabels. Er moet een veiligheidskabel worden bevestigd om ervoor te zorgen dat de valhoogte van het te bevestigen voorwerp zo laag mogelijk is. De valhoogte mag nooit meer dan 20 cm zijn! Als een voorwerp in het veiligheidselement valt, wordt de kabel blootgesteld aan impulsspanning. Deze impulskracht wordt gedeeltelijk opgevangen doordat de kabel wordt uitgerekt. Bij de bevestiging aan mobiele lamphangers moeten de veiligheidskabels zodanig worden bevestigd dat de valhoogte niet meer dan 5 cm bedraagt, zodat de impulskrachten die op de lamphanger inwerken niet te groot worden wanneer een last valt. Een veiligheidselement dat belast of zichtbaar beschadigd is, mag niet meer worden gebruikt. De veiligheidskabel mag niet worden gebruikt als verbindingskabel voor algemene hijswerkzaamheden.