Gratis verzending vanaf 60 Euro*
Bij verhuur en occasions worden verzendkosten apart berekend en wordt een prijs opgave gedaan.

Rwin Alles over microfoons en hun kapsels

€ 0,00 (€ 0,00 ex)

Op voorraad

Toevoegen

Rwin Alles over microfoons en hun kapsels


Er zijn verschillende microfoons voor verschillende toepassingen. er zijn dus verschillende kapsels.

Een rondom gevoelige of omni- microfoon pikt geluid van alle kanten even sterk op en klinkt inderdaad vaak iets beter of beter gezegd neutraler, dan types een met een cardiöde niervormige richtingskarakteristiek.
Dat komt omdat bij dat laatste type allerlei (fase)trucjes worden uitgehaald om het geluid van opzij en van achteren te onderdrukken. Het resultaat is meer direct geluid en minder omgeving geluid, maar ook iets minder transparant. Een omnimic pikt geluid van alle kanten ongeveer even goed op en dan hoor je inderdaad meer van de akoestiek van de ruimte maar ook overspraak van eventuele andere instrumenten. Omni mics worden daarom vaak gebruikt als overhead of sfeer microfoons. Toch is het geen probleem om een omni-directionele microfoon te gebruiken, zeker als je niet tegelijkertijd met andere instrumenten opneemt. 
Bij optredens werkt dat dus anders en is er meer aandacht nodig om voldoende volume te krijgen. Door hem wat dichterbij te plaatsen wordt het aandeel van de akoestiek van de ruimte weer minder. Een bijkomend voordeel van omni mics is dat ze minder last hebben van het proximity (dichtbij de mond) effect, dus dat het laag sterker wordt naarmate de afstand tussen de stem of instrument en microfoon kleiner wordt. Daardoor hoef je minder snel met equalizers te gebruiken. Maar voor (pop) zangers geeft dat proximity effect juist weer extra body aan een stem. Voor veel popmuziek zal een microfoon met een niervormige karakteristiek prima werken. In een studio is de akoestiek mag je vanuit gaan ideaal, ls de akoestiek echt problemen oplevert kun je wat simpele geluidsdempende materialen of equalizers  gebruiken, bijvoorbeeld SE Electronics maakt goede geluidsdempers voor studio toepassingen. Als je een zo neutraal mogelijke opname wilt maken is een omni microfoon een goede keuze. Helemaal handig is een microfoon waarop je kunt kiezen tussen deze twee (of meer) richtingskarakteristieken. Die zijn over het algemeen wel wat duurder dan de cardiode microfoons.

Uitleg van termen:
Maximale geluidsdruk. Is vooral van belang voor het van dichtbij opnemen van luide geluidsbronnen drums of basgitaarspeakers bijvoorbeeld. De waarde die wordt opgegeven is meestal het aantal dB waarbij de vervorming (THD, Total Harmonic Distortion) 1% bedraagt. De waarde is meestal tussen de 110-150dB.

Gevoeligheid. Dit is de spanning die de microfoon bij een bepaalde geluidsdruk afgeeft. Meestal aangegeven in mV bij 1 Pascal geluidsdruk (=94dBA).
Condensatormicrofoons met een hoge uitgangsspanning hebben vaak nog een verzwakker-schakelaar om bij hoge geluidsdrukken oversturen van de mengpaneel-ingang te voorkomen.
   
Ruis. Een goede microfoon voorversterker heeft tegenwoordig een signaal-ruisverhouding van zo'n 130dB. Hoe lager het ruisniveau van de microfoon zélf, hoe beter hij geschikt is voor het opnemen van zachte geluidsbronnen.

Impedantie. Dit is de wisselstroomweerstand van de mic. Hoe lager de impedantie, hoe langer het microfoon snoer kan zijn zonder verliezen te krijgen. Een waarde van enkele honderden Ohms is gangbaar. De ingangsimpedantie van het mengpaneel dient minstens 10x zo hoog te zijn als de microfoon-impedantie.
   
Frequentiebereik. Het menselijk gehoor kan trillingen waarnemen van zo'n 20-20.000Hz. Slechts enkele zeer dure studiomicrofoons kunnen al deze frequenties even duidelijk in de goede onderlinge verhoudingen weergeven. Bij sommige microfoons is de frequentiekarakteristiek met opzet niet lineair gemaakt, om het geluid "bij te kleuren". Bij veel zangmicrofoons worden lage frequenties sterker weergegeven (klinkt "voller") en middenfrequenties ook (betere verstaanbaarheid).

Proximity-effect. Microfoons met een cardioïde gevoeligheidskarakteristiek, of in het algemeen: microfoons die niet rondom gevoelig zijn, hebben de eigenschap lage tonen in verhouding harder weer te geven als de geluidsbron dichtbij de microfoon is (0-5 cm). Dit wordt proximity-effect genoemd. Zangers/zangeressen gebruiken het om hun stem bij bepaalde passages meer "body" te geven.

Filters. Om het proximity-ffect te temperen zit er op sommige microfoons een lage tonen-filter. Dat wordt dan High Pass filter of Bass Roll Off filter genoemd.

Off-axis frequentiekarakteristiek. Als bij een richtmicrofoon het geluid schuin van voren komt, is de frequentiekarakteristiek meestal niet meer recht. Vooral hoge tonen worden dan zwakker opgepikt. Bij opnames kan een slechte off-axis reactie ten koste gaan van de ruimtelijkheid, omdat ons gehoor de richting-informatie vooral uit de hoge tonen haalt.

Phantom power (zwevende voeding). Een condensator microfoon wordt vaak van de noodzakelijke voeding te voorzien door vanuit het mengpaneel of vanuit de voorversterkermodule de spanning via de microfoonkabel zélf te sturen. Meestal is dat een spanning van 48V. Dynamische microfoons hebben geen spanning nodig, maar hebben er ook geen last van als ze op een ingang met fantoomvoeding worden aangesloten. Als je met fantoomvoeding werkt, sluit dan eerst alle mic-ingangen aan, schakel dán de fantoomvoeding in en zet als laatste de faders open. Anders hoor je gigantische knallen via de speakers, die dan een grote kans lopen beschadigd te raken, evenals je versterker-eindtrap!

Handgevoeligheid. Vooral van belang bij zangmicrofoons, hiermee wordt bedoeld hoe sterk de geluiden van het bewegen van de microfoon in je hand worden doorgegeven.

Plopgevoeligheid, vooral bij richtmicrofoons. Bij dichtbij spreken of zingen worden dan "p"- en "b"- geluiden en evt ook f, h, t en w te hard weergegeven. Een plopfilter monteren brengt meestal uitkomst. Vaak is het intern aangebrachte schuimplastic kapje al voldoende.
    
Windkap: als een microfoon buiten wordt gebruikt krijg je soms veel bijgeluiden van de wind in de microfoon. Een windkap (schuimplastic of in de vorm van een "dode kat") dempt de windgeluiden, maar laat andere geluiden door.

Met dank aan Popschool Maastricht.
https://www.popschoolmaastricht.nl/college_microfoons.php